Twee hoogleraren uit Cambridge, John Coates en Joe Herbert, analyseerden acht
dagen lang ’s morgens en aan het eind van de werkdag de hoeveelheid
testosteron en cortisol in het speeksel van 17 Londense beursmakelaars. Die
werd vergeleken met hun financiële prestaties.
Makelaars met hoge testosteronwaarden in de ochtend verdienden vaak
meer geld dan andere. Waarschijnlijk zorgt testosteron voor meer
zelfvertrouwen en daarmee een grotere risicobereidheid. Op het moment dat de
winsten omhoog gaan, neemt bij de bewuste handelaar het zelfvertrouwen toe.
Hij durft vervolgens meer risico te nemen en verbetert daarmee zijn kansen
op meer winst. De onderzoekers noemen dit het winnaarseffect.
Het hormoon cortisol staat daarentegen voor onzekerheid, tegenzin en slechte
prestaties op de beursvloer. Niet dat cortisol rechtstreeks ingrijpt op het
doen van juiste of foute speculaties, maar problematische en hectische
marktsituaties jagen de cortisolspiegel wel omhoog.
Aan een hoge testosteronspiegel kleven overigens ook nadelen. De winst
en de testosteron kunnen verslavend werken en zorgen voor irrationale
beslissingen, waarschuwen de onderzoekers.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl